Bevindingen



Waarom verschillen de subgroepen?
De subgroepen verschillen op de volgende taakkenmerken,persoonlijke karakteristieken en voorkeuren:

Taakkenmerken:
  1. De mate waarin variëteit in vaardigheden ingezet kan worden (de behoefte aan variëteit en ontwikkeling van kennis en vaardigheden in het werk);
  2. De mate waarin samenwerking met gelijkgeschoolden mogelijk is;
  3. De mate waarin feedback van anderen verkregen wordt;
  4. De mate waarin het werk feedback geeft;
  5. De mate waarin autonoom gewerkt kan worden (de behoeft om zelfstandig te werk te kunnen gaan).

Persoonlijke karakteristieken:
  1. De mate waarin consciëntieus (nauwkeurig, tijdig, voorzichtig, grondig, verantwoordelijk en georganiseerd) gewerkt kan worden;
  2. De mate waarin men de gelegenheid krijgt om nieuwe ervaringen op te doen (het hebben van verbeeldingsvermogen, nieuwsgierigheid, origineel, breed georiënteerd).

Voorkeuren:
  1. De mate waarop iemand prestatiegericht is (behoefte aan het leveren van een prestatie);
  2. De mate waarin iemand een voorkeur heeft voor regels en het werken volgens richtlijnen;
  3. De mate waarin in een kleine organisatie gewerkt wordt;
  4. De mate waarin men de mogelijkheid heeft om te kunnen wisselen van functie;
  5. De mate waarin men de mogelijkheid heeft om te werken met vaste processen.
De belangrijkste bevindingen per beroepsgroep
Voor algemene bevindingen over elke beroepsgroep: kies de beroepsgroep waar u in geïnteresseerd bent: